De bloemen staan in 't donker bed
Als porceleinen scherven -
God heeft ons op de wereld gezet,
Het leven kan niet sterven.
Ieder mensch is een hovenier,
Ieder mensch is een graver:
En zacht en diep graven we hier
Een kuil voor ons cadaver.
Maar 't leven is te vast en hard:
Of we al een rustplaats graven,
Nog nimmer kwam de groote nacht
En is een mensch gaan slapen.
Zie naar de bloemen op een graf,
Het leven kan niet sterven.
Nooit komen wij de wereld af,
Al barsten we tot scherven.